Zomer 1919, de Tsjechische telepaat Eugene de Rubini, vergezeld door zijn impresario Heinrich Lauterstein, komt aan in Amsterdam. Hij spreekt geen woord Nederlands en voert een act op die dan al eigenlijk verouderd is. Toch is hij in een mum van tijd the talk of the town. Hij staat voor uitverkochte theaters, stelt wetenschappers voor een raadsel en brengt met zijn smalle, bleke gelaat en mysterieuze oogopslag de hoofden van jonge meisjes op hol.
Wie was deze enigmatische figuur? Kon hij echt gedachtelezen? En wat is er met hem gebeurd nadat hij in de herfst van 1919 de Hollandse theaters resoluut achter zich liet? In De volgeling stappen we in de voetsporen van De Rubini. Ze leiden ons naar het vooroorlogse Wenen en Boedapest, naar Rusland, naar het San Francisco van de jaren 20 en het New York van boeienkoning Harry Houdini.