In 1629 leed het VOC-schip 'Batavia', na een reis van acht maanden, schipbreuk voor de westkust van Australië. Aan boord waren plannen voor een muiterij in een vergevorderd stadium, maar deze werden door de schipbreuk verhinderd. Nadat commandeur Pelsaert met een klein schip was uitgevaren om hulp te halen in Batavia, kwamen de muiters alsnog in actie en vermoordden 160 van de 200 overlevenden. Zij besloten bij terugkeer van Pelsaert zijn schip te kapen. Maar Pelsaert wist bij terugkomst de moordenaars te overmeesteren. Dagenlang werden zij verhoord, en het gedetailleerde verslag dat Pelsaert daarvan bijhield is tot op heden bewaard gebleven in het VOC-archief.
In de 17de eeuw was Pelsaerts verslag bron voor een populair verhaal over de schipbreuk. Aangevuld met andere schriftelijke bronnen is Pelsaerts oorspronkelijke tekst nu in de serie Werken van de Linschoten-Vereeniging voor het eerst in zijn geheel uitgegeven.