Architect Jacob van Campen (1596-1659) kreeg opdracht een Stadhuis voor Amsterdam te ontwerpen dat zijn weerga niet zou kennen. In 1648 werd de eerste steen gelegd en zeven jaar later werd het Stadhuis, het huidige Koninklijk Paleis op de Dam, als bestuursgebouw en tempel van kunst, geloof en wetenschap ingewijd. Het moest niet alleen qua uiterlijk alle voorgaande bestuursgebouwen overtreffen, er moesten bovendien filosofische en allegorische betekenissen in zijn verweven. De Grieks-Romeinse en christelijke kennis werden destijds als één geheel gezien. Zo kon Van Campen het idee van een christelijke tempel combineren met Plato’s ordening van de kosmos. Om de universele harmonie te herscheppen, greep de architect steeds terug op de elementaire opbouw uit Aarde, Water, Lucht en Vuur.
Bij het onderzoek naar het ingenieuze decoratieprogramma spreken de diepe betekenislagen tot de verbeelding. In dit schitterend geïllustreerde boek ontrafelt dr. Eymert-Jan Goossens de vele verwijzingen naar verantwoord bestuur, geloof, wetenschap en de stand van beschaving in de zelfbewuste handelsmetropool.