Pieter van Oort, geboren in 1804 in Utrecht, was een van de meest getalenteerde Nederlandse tekenaars van dieren en planten in de vroege negentiende eeuw. Vanwege zijn bijzondere talent stuurde koning Willem I hem in 1825 naar de toenmalige Nederlandse koloniën in Zuidoost-Azië, met de opdracht om daar de flora en fauna vast te leggen. Tot zijn dood in 1834 maakte Van Oort uitgebreide land- en zeereizen in de regio.
De verslaglegging van Van Oorts reizen wordt gepubliceerd in de delen 119 en 120 in de reeks van de Linschoten-Vereeniging. De boeken bevatten de volledige transcripties van de handgeschreven reisdagboeken en vele natuurtekeningen die Pieter van Oort tijdens zijn reizen op Java en Sumatra in de jaren 1826 tot en met 1834 heeft vervaardigd.
Kunstenaar op Java
De reisdagboeken en natuurtekeningen van Pieter van Oort (1826-1832)
In deze periode beschrijft Pieter van Oort met veel oog voor detail de lokale gebruiken, monumenten en verhalen op Java. De natuurhistorische tekeningen die hij tijdens en vlak na de Java-oorlog (1825-1830) vervaardigde, geven een fascinerende inkijk in een wereld die niet meer in deze vorm op Java en andere eilanden te vinden is. Veel van de in dit boek afgebeelde dieren worden nu met uitsterven bedreigd. Het leven en de reizen van de kunstenaar worden in bredere historische context geplaatst.