Het Achterhuis is het meest gelezen Nederlandstalige boek ter wereld. Het staat bij het grote publiek bekend als ‘het’ dagboek van Anne Frank. Minder bekend is dat achter het boek een fascinerende ontstaansgeschiedenis schuilgaat. Anne Frank, schrijfster volgt die geschiedenis vanaf het moment dat Anne haar rood-wit geruite dagboek begint, en vertelt hoe zij twee jaar later op het idee komt om een roman over de onderduik te schrijven, waarmee ze ‘een beroemd schrijfster’ hoopt te worden.
Aan de hand van de originele handschriften laten onderzoekers Peter de Bruijn en Elli Bleeker zien hoe ingenieus Anne te werk gaat bij het bewerken van haar dagboek tot een spannende vertelling, compleet met zorgvuldig gekozen verhaallijnen en uitgewerkte personages. Hun onderzoek levert verschillende nieuwe inzichten op. Onder meer corrigeren de auteurs het bestaande beeld dat Anne bij het schrijven van haar roman het merendeel van haar uitbarstingen tegen haar moeder zou hebben weggelaten. In werkelijkheid heeft ze juist een aantal haatdragende brieven over het onderwerp ‘moeder’ aan het manuscript toegevoegd, waardoor het alsnog een van de centrale thema’s van Het Achterhuis is geworden.
De auteurs wijzen daarnaast op onvermoede verbanden tussen het dagboek, Het Achterhuis en de andere, deels fictieve teksten die Anne heeft geschreven: haar verhaaltjes, de roman Cady’s leven en het Mooie-zinnenboek. Anne Frank, schrijfster toont zo de ware omvang van Annes literaire ambities. Het boek illustreert de status van het wereldberoemde dagboek, haar roman en andere teksten als een gelaagd, veelzijdig oeuvre, en de maker ervan als een talentvol schrijfster die in korte tijd een grote ontwikkeling doormaakt.